Kleinfruit in uw tuin

• Geplaatst op 16 Januari 2024
• Geplaatst in Fruit, Heesters
• 0

Zelfgekweekte bessen, bramen, frambozen, kiwi’s en druiven. Heerlijk op een beschuit of bij een nagerecht; uit uw eigen tuin smaakt dat allemaal toch iets beter!

Wat zijn de kenmerken van klein fruit?

Klein fruit is een groep van fruit dragende vaste planten en heesters zoals bessen, bramen en frambozen. De struiken blijven kleiner dan fruitbomen en zijn vaak goed te leiden tegen een muur of schutting. Fruitplanten zijn allemaal liefhebbers van warmte en zon, die samen zorgen voor een goede rijping van het fruit.

Veel fruitplanten uit deze groep komen van nature voor in bosranden. Een plaats in de halfschaduw is in veel gevallen ook voldoende. Het hoeft dan niet de hele dag zonnig te zijn, maar bij voorkeur wel de gehele ochtend of middag. De zon zorgt ervoor dat de vruchten kunnen afrijpen een hoger suikergehalte krijgen en dus meer smaak hebben!

Vaak wordt de grootte van sommige fruitplanten uit de groep ‘kleinfruit’ onderschat. Een bramen- of frambozenplant kan gemakkelijk een hoogte bereiken van twee meter. Vaak worden de planten geleid tegen een frame of aan een schutting. Datzelfde geldt ook voor klimmende planten zoals de kiwi. Bessenstruiken zoals aalbessen, kruisbessen en blauwe bessen zijn houtiger en behoeven geen steun. De grootte van de meeste bessenstruiken kunt u zelf in de hand houden. Doorgaans zijn de struiken tussen de een en twee meter hoog.

Bekijk ons aanbod en bestel direct

Op Tuinplantenwinkel.nl vind u een steeds groter assortiment fruitplanten. Belangrijk zijn de rassen. Iedere fruitsoort kent veel ondersoorten die rassen of variëteiten worden genoemd. De rassen verschillen bijvoorbeeld in opbrengst, oogsttijd of groeiwijze. Bij Frambozen bestaan er bijvoorbeeld zomerdragende en herfstdragende rassen. U vindt deze informatie bij iedere fruitplant.

Hoe plant u kleinfruit?

Als u van ons een fruitplant ontvangt zit deze doorgaans in een pot. Soms zijn de takken samengebonden. Deze kunt u dan losmaken. Een fruitplant houdt zijn hele leven van lucht en licht. Wanneer u dit heeft gecontroleerd kunt u beginnen met het planten.

Maak de grond goed los met een scherpe schop. De grond moet goed doorlatend zijn. Geen storende vaste lagen, want dan kunnen de wortels niet goed in de grond doordringen en raakt de plant gestrest. Zorg voor een voedzame bodem, werk aanplantaarde goed door de bovenlaag of meng deze met de bestaande grond in het plantgat. Voeg bij bosbessen en frambozen ook turf toe in het plantgat. Deze fruitplanten houden van een zure bodem.

Het is aan te bevelen om de plant met pot en al in een emmer water te dompelen; de haarwortels worden vochtig en zuigen zich vol met water. Dit bevordert het aangroeien van de plant. Verwijder voor het planten de pot altijd van de kluit; als de pot niet goed loslaat een paar keer flink in de zijkanten van de pot knijpen; de wortels die onder door de gaatjes groeien verwijderen en een klap tegen de onderkant van de pot geven.

Niet dieper planten dan de kluit hoog is; de stelregel is: twee vingerdiktes grond mag nog op de bovenste wortels komen. Na het planten de grond goed aandrukken met je voet en de struik de eerste weken goed sproeien als het droog weer is.

Wat voor onderhoud heeft klein fruit nodig?

Het eerste jaar heeft de plant nodig om flink wortel te zetten en uit te groeien. In het tweede jaar is het snoeien belangrijk om de planten in de groei te remmen. Zorg bij het snoeien voor een open structuur van de plant, zodat licht lucht en zon overal goed bij kunnen en uw fruit zo goed kan rijpen.

Voor frambozen en bramen gelden specifiekere snoeiregels. Deze twee fruitsoorten dragen hun fruit op het overjarige hout. In het jaar na de dracht kunt u deze twijgen terugknippen tot aan de grond. De nieuwe scheuten ontwikkelen zich vanaf ieder voorjaar. De scheuten hebben nog geen zijtakken en zijn daardoor makkelijk te herkennen. Bij Frambozen hebben de nieuwe scheuten bovendien een groene kleur. De overjarige vruchtdragende scheuten hebben een bruine kleur.