Informatie over inheemse struiken
Inheemse struiken zijn sterk en goed voor biodiversiteit
Inheemse struiken zijn heesters die van oorsprong in Nederland en België voorkomen. Ze sluiten aan op ons klimaat en onze bodem en bieden precies wat tuinnatuur nodig heeft. Bloesem voor nectar en stuifmeel, bessen en noten als voedsel, maar ook dicht vertakte schuil- en nestplekken. Daarmee zijn ze ideaal voor een levende tuin én voor groene erfafscheidingen zoals hagen of een bosrand.
Waarom kiezen voor inheems?
Ze leveren meer natuurwaarde dan veel doorgekweekte varianten: vroeg en rijk bloeiend voor bestuivers, gevolgd door bessen en zaden voor vogels, plus dichte takstructuur voor dekking. In gemengde heggen of boswallen versterken verschillende soorten elkaar door het seizoen heen.
Passende inheemse soorten
- Sleedoorn (Prunus spinosa): zeer vroege bloesem in maart–april voor bijen; later blauwe sleedoornvruchten voor vogels. Sterk als losse haag of windvanger; zon tot halfschaduw.
- Meidoorn (Crataegus monogyna): rijke voorjaarsbloei en rode bessen in het najaar. Verdraagt snoei goed, daardoor geschikt voor hagen; dichte takken geven nest- en schuilplek.
- Hazelaar (Corylus avellana): katjes al in late winter vroege bron van pollen; noten geliefd bij fauna. Als meerstammige struik of in haag; halfschaduw tot zon, brede bodemtolerantie.
- Gelderse roos (Viburnum opulus): witte schermbloei in mei–juni, gevolgd door opvallende rode bessen en mooie herfstkleur. Houdt van iets vochtigere, voedzame grond; zon tot halfschaduw.
- Kardinaalsmuts (Euonymus europaeus): onopvallende voorjaarsbloei voor insecten, spectaculaire roze met oranje vruchten in het najaar. Zon tot halfschaduw; sterke structuurplant voor borders en hagen.
Deze inheemse struiken combineren bloei, bessen en structuur door het seizoen heen en zijn daardoor bijzonder waardevol voor biodiversiteit in uw tuin.