Bloembollen zijn er in vele soorten en varianten. Een belangrijke eigenschap om juist wel of niet voor een bepaalde bol te kiezen, is het vermogen van de soort om zich te kunnen vermeerderen. Ze komen elk jaar terug, maar zijn daarnaast ook in staat om zich te vermeerderen. Het worden er in de loop van de jaren steeds meer. Doordat er elk jaar meer bollen terugkomen, wordt deze groep bloembollen aangeduid met de naam verwilderingsbollen.
Dit verwilderen kan op verschillende manieren gebeuren. Meestal ontstaat er een kluwen van bollen en bloemen. Deze kluwen / pol wordt elk jaar groter. Na een aantal jaar kunnen deze kluwen uit de grond gelift en gesplitst worden. Plant delen van deze grote pol verspreid door de tuin terug. Bekende soorten die hiervoor geschikt zijn, zijn bijvoorbeeld Blauwe druifjes, Krokussen, Narcissen en Sneeuwklokjes.
Er zijn ook soorten die zich wel vermeerderen, maar niet zozeer verwilderen. De bloembol wordt groter / sterker, vormt een aantal zijbollen, maar het wordt geen kluwen. De Allium of Sierui is hiervan een mooi voorbeeld.
Daarnaast zijn er nog soorten die zich ook kunnen vermeerderen door zaadvorming. Deze soorten komen vaak uit zichzelf op andere plekken in de tuin te voorschijn. De bekendste bloembollen die door middel van zaad kan verwilderen, zijn de Boshyacinten.
Verwilderingsbollen vragen over het algemeen weinig verzorging. Toch zijn er een aantal dingen waar u rekening mee kunt houden om het verwilderingsproces te versnellen. Na de bloei blijft het loof (blad) van de bloembol over. Hoewel dit er meestal niet zo heel fraai uitziet, is het belangrijk dat dit loof niet meteen weggeknipt wordt. Laat het zeker een week of zes staan, of totdat het gaat afsterven. De bloembollen nemen via het blad voeding op, waarmee ze zich kunnen versterken en vermeerderen. Als het loof te snel wordt afgeknipt, stagneert deze groei.
Daarnaast is het beter om de grond waarin de verwilderingsbollen zijn aangeplant niet teveel wordt omgewoeld. De grond met rust laten is vaak de beste methode om bloembollen snel en goed te laten vermeerderen en verwilderen.
Stinzenbollen zijn bloembollen die zich goed kunnen vermeerderen, maar niet al deze bloembollen worden tot de stinzenbollen / stinzenplanten gerekend. Deze specifieke soorten zijn eeuwen geleden vanuit het buitenland meegenomen en aangeplant in Nederland. Meestal zijn deze soorten aangeplant rondom kastelen en op landgoederen. Doordat deze soorten zich konden handhaven en vermeerderen in ons klimaat, zijn ze altijd blijven staan en meestal ook verwilderd. Ze komen nu nog altijd van nature voor in Nederland en zijn een soort van inheems geworden.
Dat deze specifieke groep bloembollen de naam Stinzenbollen gekregen heeft, komt door de betekenis van het woord stins of stinzen. Stins is Fries en het betekent iets van landhuis / kasteel; De plek waar deze bloembollen voor het eerst zijn aangeplant. Voorbeelden van stinzenbollen zijn: Sneeuwklokjes, Krokussen (Crocus tomassinianus), Bosanemoon (Anemone blanda), Boshyacint, Tulipa sylvestris en Tulipa clusiana maar ook vaste planten zoals Lelietje der dalen.
Sneeuwklokjes en Winterakoniet zijn de wat 'Luxere' verwilderingsbollen en bloeien vroeg in het jaar vlak na de winter.
Chionodoxa is een hele goede verwilderingsbol en bloeit meestal blauw.
Alle prijzen zijn inclusief BTW
Door gebruik te maken van Tuinplantenwinkel.nl, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies. Meer weten? Bekijk ons privacy policy.